Roel Herfst wat nader belicht

Roel Herfst (Rotterdam 1940) volgde van 1956 tot 1961 aan de Kweekschool met de Bijbel in Rotterdam een studie tot onderwijzer. Het was de leraar tekenen Joop van der Zouwen die hem zo enthousiastmeerde voor de moderne beeldende kunst, dat hij vrijwel direct een abonnement nam voor Museum Boijmans Van Beuningen. Een nieuwe wereld ging voor hem open. Hij leerde er de werken van Hendrik Chabot, Permeke, de expressionisten en even later de surrealisten kennen.

Het was duidelijk dat het onderwijzerschap bij het basisonderwijs niet zijn verdere levensloop zou bepalen. Na de militaire dienst en een korte periode als onderwijzer en een parttime studie aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag, werd hij in 1965 student aan de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg. Hij kreeg er in de afstudeerperiode bij het vak kunstbeschouwing les van Pierre Janssen, in die tijd zeer bekend van het programma Kunstgrepen.

Roel ging lesgeven aan het Willem van Oranjecollege in Waalwijk en in 1971 werd hij docent kunstbeschouwing aan de academie in Tilburg. Niet lang daarna ging hij ook lesgeven in de vakken tekenen en grafiek.

Zijn lessen kunstbeschouwing zijn van groot belang geweest voor zijn opvattingen over het kunstenaarschap. In zijn werk is er vaak sprake van een dialoog met schilders uit het verleden en met hedendaagse kunstenaars, zoals Zurbaran, Fragonard, iconenschilders, Matisse en Picasso en bijvoorbeeld Bruce Nauman.

Omstreeks 1980 veranderde het karakter van deTilburgse academie. Lag voorheen het accent op het ontwikkelen van vaardigheden die nodig zijn voor het geven van tekenles bij het voortgezet onderwijs, nu kwam het kunstenaarschap meer in the picture. Dat was ook te zien aan de benoeming van een ander type docent, zoals Jan Dibbets, Marlene Dumas en René Daniëls. Deze omgeving heeft waarschijnlijk bijgedragen aan de kritische manier waarop Roel  zowel naar het werk van anderen als dat van hemzelf kijkt.

Ook kwamen er uitwisselingen van docenten en studenten met die van academies in o.a. Engeland, Spanje en de Verenigde Staten. Zelf gaf hij in 1993 gastlessen aan de Ohio State University in Columbus Ohio.

Naast de belangstelling voor de menselijke figuur (vooral in de jaren 90), landschap en stillevens, is ook de religie een belangrijke bron van inspiratie. Dat was bijvoorbeeld al te zien bij zijn hommages aan Zurbaran en aan zijn dialoog met iconenschilders. Maar in de 21e eeuw zijn het toch vooral  de tekstbeelden die, soms met kleine figuratieve verwijzingen,  vooral bestaan uit bijbelse teksten. Zo gebruikt hij teksten uit het boek Hooglied, Prediker, Ezechiël en Openbaring van Johannes.