Na de wisseling van het millenium is in zijn werk het accent komen te liggen op religieuze thematiek, maar daarnaast werkte hij ook nog aan andere thema’s, zoals “vrouwen en kannen”, of “omringd door kannen”.
Kannen en kruiken zijn voorwerpen, die gemakkelijk een symbolische betekenis krijgen. De vorm ervan wordt vaak aangeduid met allerlei menselijke eigenschappen. Ze hebben een oor, een hals, een buik en een voet. Verder zijn er nog de oudgriekse snavelkannen, die er meer mannelijk dan vrouwelijk uitzien.
Vaak gebruikt hij tekeningen uit een vorige periode, die niet voltooid werden of in eerste instantie afgekeurd. Ze worden als het ware gerecycled, zoals dat te zien is bij “Als in een cocon”. De oorspronkelijke tekening is nog onder de oppervlakte van de definitieve vorm te herkennen.